Binnen de klassieke muziek staat Händels Messiah, wat betreft populariteit, op gelijke voet met bijvoorbeeld de Matthäus Passion van Bach, de Vijfde van Beethoven en Mozarts Veertigste Symfonie. Het zijn klassieke ‘evergreens’ die tweehonderd jaar na hun ontstaan nog altijd volle zalen trekken en steevast hoog eindigen binnen de jaarlijkse klassieke hitlijst van Radio 4. De eer om anno 2016 nog uitgevoerd, begrepen en gewaardeerd te worden, is slechts enkele componisten ten deel gevallen. Händel mag zich in ieder geval tot dit selecte componistengezelschap rekenen, waar veruit de meeste van zijn collega-componisten in vergetelheid zijn geraakt. Het meest treffende voorbeeld hiervan is misschien wel de Duitse componist Georg Philipp Telemann (1681-1767), die in zijn eigen tijd meer aanzien genoot dan Bach en meer werken heeft gecomponeerd dan Händel en Bach tezamen. Het is tekenend dat Bach ‘slechts’ één Matthäus Passion schreef, die deze paasdagen in Nederland maar liefst 192 keer uitgevoerd wordt. Telemann blijft daarentegen, ondanks vier Matthäuspassies te hebben geschreven, steken op een schamel aantal van nul uitvoeringen.
Binnen het complete oeuvre van Händel, is eenzelfde ontwikkeling te zien. De Duits-Engelse barokmeester verzekerde zich van eeuwige roem met zijn Messiah. Die dominantie van Messiah kent echter ook een keerzijde, namelijk dat de meeste overige oratoria qua bekendheid in de loop der tijd onder een laag stof zijn geraakt. Hetzelfde geldt voor zijn vele opera’s. Pas in de recente geschiedenis is er hernieuwde interesse voor deze werken ontstaan. Dezelfde publiekspopulariteit als in Händels tijd genieten ze vaak echter bij lange na nog niet. Het lijkt daardoor soms alsof Messiah op zichzelf staat. Alsof het werk los staat van al het overige wat uit Händels veer vloeide. Niets is minder waar en dus zouden we ons af moeten vragen hoe Messiah zich verhoudt tot zijn overige oratoria.
Om die vraag te kunnen beantwoorden, moeten we eerst helder voor ogen hebben wat een oratorium is. De naam ‘oratorium’ verwijst naar de eerste locatie waar de Romeinse priester Filippo Neri (1515-1595) religieuze bijeenkomsten hield, namelijk in de bidzaal (het ‘oratorio’) van de Chiesa Nuova (nieuwe kerk) te Rome. Om de religieuze diensten te omlijsten, werden hier nieuwe muzikale vormen ontwikkeld, waaruit het oratorium ontstond. Aanvankelijk was het oratorium dus in de eerste plaats een religieus werk, vaak uitgevoerd binnen de muren van de kerk. Hoofddoel was het vertellen en concerteren van christelijke verhalen, zonder dat daarbij geacteerd werd op een podium vol rekwisieten.
Hoewel Messiah gebaseerd is op Bijbelse teksten, waarin de geboorte, dood en wederopstanding van Christus centraal staan, is het geen gewijd werk. Slechts één keer per jaar voerde Händel zijn Messiah uit in een gebedsgebouw, namelijk in de kapel van het Founding Hospital, een kinderweeshuis waar Händel zich belangeloos voor inzette. Messiah is van oorsprong bedoeld voor in de theaters, hetgeen bij een deel van de concertgangers tot gefronste wenkbrauwen leidde. Bijbelse teksten, het woord Gods, zouden toch niet in gewone theaters ten gehore gebracht mogen worden! Wat dat betreft zou dit publiek zich veel meer in Gica’s locatiekeuze voor de aanstaande uitvoering van Messiah hebben kunnen vinden, namelijk de Der Aa-kerk.
Desalniettemin zijn veruit de meeste van Händels oratoria bedoeld voor in het theater. Händel brak met de religieuze achtergrond van het oratorium en maakte als er als het ware ‘religieuze opera’s’ van. De reden hiervoor is te vinden in het feit dat Händel in zijn jonge jaren een gevierd operacomponist was. Met Rinaldo, waaruit de aria ‘Lascia ch’io pianga’ nog altijd populair is, wist hij naam en faam te verwerven in Groot-Brittannië en daarbuiten. Het was de tijd waarin Händel beroemde castraatzangers als Farinelli en Senesino, de Micheal Jackson en Robbie Williams van hun tijd, wist aan te trekken om in zijn opera’s te zingen. In 1728 ging Händels operahuis echter failliet. Het Engelse publiek had genoeg van de virtuoze en wervelende Italiaanse opera’s, die als ‘belachelijk’ en ‘onnatuurlijk’ gingen gelden. Vanaf dat moment begon Händel, de praktische componist die hij was, zich steeds meer te richten op het genre ‘oratorium’. Tot 1741 componeerde hij zowel opera’s als oratoria maar daarna zette hij enkel nog oratoria op papier. Niet veel later componeerde hij Messiah.
Toch goot Händel geen oude wijn in nieuwe zakken. De verschillen tussen zijn opera’s zijn wezenlijk. Zo staat zijn vroege oratorium La Ressurezione (1708) nog volledig in de Italiaanse operatraditie. Afgezien van het feit dat dit oratorium in het Italiaans is, zijn het de vele aria’s van de verschillende Bijbelse karakters (Johannes, Maria Magdalena, Lucifer etc.) die de toon zetten. Slechts twee koorwerken kent dit stuk. Het ene koorstuk is ‘Il Nume Vincitor’, een stuk dat Händel later hergebruikte in zijn beroemde Water Musick Suite. Een evangelist, een zanger die het verhaal tussen alle aria’s en koorstukken door aan het publiek vertelt, ontbreekt.
Saul (1739) en Israel in Egypt (1739) waren Händels eerste grote oratoria. De kracht van een koor probeerde Händel voor het eerst op grote schaal uit in laatstgenoemd werk. Werken als ‘He gave them hailstones for rain’ of ‘He led them through the deep’ (0:50 min), waarbij laatstgenoemd koorwerk in de verte doet denken aan ‘He trusted in God’, zijn voorbodes van de koorstijlen die Händel later in Messiah zou gebruiken. Israel in Egypt lijkt van alle overige Händel-oratoria het meest op Messiah. In tegenstelling tot de overige werken zijn beide oratoria gebaseerd op Bijbelteksten en is er geen sprake van een ‘cast’ die verschillende rollen representeert en handelingen verricht. In beide werken is het het koor dat het verhaal ‘voortzingt’ en bijbehorende overpeinzingen levert. De vele koorwerken maakten het werk echter niet populair bij het publiek. De meeste mensen kwamen voor een schitterende solist en niet voor grote koorwerken, ten gehore gebracht door doodordinaire koorzangers. Daarbij kwam dat ook hier velen het gebruik van Bijbelse teksten binnen het theater afkeurden. Händel, die na zijn faillissement ook gewoon weer brood op de plank wilde, bedacht zich geen twee keer en voorzag zijn volgende oratoria van een uitgebalanceerde mix van aria’s en koren. Messiah, dat twee jaar later uitkwam, is daar een sprekend voorbeeld van.
Na Messiah bracht Händel de opera weer terug in zijn oratoria. Het oratorium Samson (1741) is hier een mooi voorbeeld van. Zo beklaagt de gevangen genomen held Samson (tenor) zich over zijn blindheid in de bekende aria ‘Total eclipse! no sun, no moon, all dark’. Zijn ogen zijn namelijk uitgestoken door de vijandelijke Filistijnen. Aan het einde vernietigt Samson de tempel van de Filistijnen, sterft daarbij zelf de heldendood, waarna een Israëlitische vrouw (sopraan), gevolgd door het Israëlitisch volk (koor), God prijzen. Kortom, in tegenstelling tot Messiah, zijn er meerdere en verschillende karakters met elk een eigen partij, die bepaalde handelingen of individuele innerlijke gevoelens bezingen (Total eclipse!) en reageert het koor daarop door middel van afkeuring of instemming. Dat Händels herintroductie van opera-elementen werkte, bleek bij de eerste uitvoering van Samson. Het ging namelijk ongeveer gelijktijdig met Messiah in Londen in première maar bleek al snel veel populairder bij het publiek. Latere ‘dramatische’ oratoria in dezelfde stijl zijn Belshazzar (1744) en Hercules (1744), waarbij die laatste uitliep op een totale flop.
Vanaf 1747 speelde de politiek een belangrijke rol binnen Händels oratoria. In 1745 ontstaat er binnen Groot-Brittannië een opstand tegen het Huis van Hannover, het regerend vorstenhuis dat Händel diende. In 1746 worden de legers van de opstandelingen verslagen door de Hertog van Cumberland (1721-1765), zoon van Koning George II (1683-1760). Händel schreef meerdere oratoria die de oorlog en de uiteindelijke overwinning verheerlijken. Veruit het bekendste voorbeeld hiervan is Judas Maccabeus (1747). De centrale Bijbelse held, Judas Maccabeus, probeert zijn land (Judea) te bevrijden van een vijandig volk (Seleuciden), hetgeen hem ook lukt. Zonder nu verder in detail te treden over de rest van het verhaal, trekt Händel een directe vergelijking tussen de held uit het oratorium (Judas Maccabeus) en de Hertog van Cumberland. De glorie van zowel de Bijbelse overwinning van Judas Maccabeus als de recente overwinning van het Britse gezag over de opstandelingen, komt uiteindelijk tot een glorieuze uitbarsting in ‘See the conquering hero comes!’. Begeleid door tromgeroffel en schallende trompetten ziet men de held op zijn paard de stad binnentrekken, waar hij wordt verwelkomd door het volk. Händel schreef dit oratorium in een tijd dat Groot-Brittannië zich langzamerhand ontwikkelde tot de dominante wereldmacht. Collega-componist en tijdgenoot Thomas Arne (1710-1778), componeerde in deze tijd ook het bekende ‘Rule Britannia, Britannia rule the waves!’. Kortom, het zelfbewustzijn van de Britten groeide en de roep om vaderlandslievende muziek nam toe. Händel speelde hierop in en liet zich meevoeren op deze muzikale stroom van nationalisme. Dergelijke elementen treffen we niet aan in Messiah. Het ‘Hallelujah’ is weliswaar een glorieus stuk maar bezingt de overwinning van Christus op de dood en is niet bedoeld om mensen politiek te motiveren.
Terug naar de dominantie van Messiah binnen Händels oeuvre. Kort samengevat heeft Händel nog veel meer oratoria geschreven die echter hedendaags sterk overschaduwd worden door Messiah. Afhankelijk van publiekssmaak en tijdsgeest paste hij zijn werken aan. Niks is echter veranderlijker dan de smaak van het publiek. Waar in Händels tijd de kaartjes voor Samson als warme broodjes over de toonbank vlogen, liet het publiek Messiah aanvankelijk links liggen. Tegenwoordig is Messiah juist veruit het populairste werk van Händel. Vrijwel iedereen kijkt daarbij altijd reikhalzend uit naar het Hallelujah maar op een vraag van een tijdgenoot aan Händel, of hij het Hallelujah zelf als zijn grootste prestatie beschouwde, antwoordde Händel: ‘No, I think the Chorus at the end of the second part in Theodora far beyond it.’ Messiah zal zonder twijfel de podia blijven domineren. Of zijn overige werken ook ooit hetzelfde populariteitsniveau zullen bereiken is toekomstmuziek.
Deze stukken uit andere Händel-oratoria zijn ook zeer de moeite waard om een keer te beluisteren.
https://www.youtube.com/watch?v=-TGKJ9MgCOQ
https://www.youtube.com/watch?v=BLP_23nnmH8
https://www.youtube.com/watch?v=7QRZ5uidM3g
https://www.youtube.com/watch?v=2zqohNhxwVA
https://www.youtube.com/watch?v=AvoDvgvv_5A
https://www.youtube.com/watch?v=eCom7xVFs88
https://www.youtube.com/watch?v=jjIxwsvcbKs
https://www.youtube.com/watch?v=22BdaFiInrc
https://www.youtube.com/watch?v=74d0fYJx6eM
https://www.youtube.com/watch?v=nnIDKJ-eNBs
https://www.youtube.com/watch?v=dFuC5uMIGMo
https://www.youtube.com/watch?v=QPDBVLn0N-M
https://www.youtube.com/watch?v=WqokZ7tCkH4
Over How to Handel the Messiah
How to Händel the Messiah is een serie achtergronden bij de Messiah van de hand van Henric-Jan Blok en Wouter Baas die werd geschreven in de aanloop naar het 10e lustrum in 2016. Lees ook de andere delen uit deze serie:
- How to Händel the Messiah (deel 1: Inleiding & Overture)
- How to Händel the Messiah (deel 2)
- How to Händel the Messiah (deel 3: For unto us a Child is born)
- How to Händel de Messiah (deel 4: Bier en worst)
- How to Händel the Messiah (deel 5: Een overheersend meesterwerk)
- How to Händel de Messiah (deel 6: De man achter de muziek)