Bach und danach

Bach: rebel en autoriteit

Op 30 juni zingt Gica het programma “Bach und Danach”. Centraal in dit programma staat het Jesu, meine Freude van Johann Sebastian Bach en daarnaast komen diverse werken van latere componisten die zich door Bach hebben laten inspireren aan bod. In aanloop naar dit concert zullen we ons verdiepen in Bach en zijn muzikale oeuvre.

Deze week, in aflevering 1, staat de persoonlijkheid van Bach centraal. Uit het onderstaande artikel blijkt dat hij niet altijd de makkelijkste was…

Het bekendste portret van Bach toont ons een ietwat autoritair ogende en in stemmig zwart gehulde man van in de vijftig. De autoriteit die uit dit portret spreekt, speelde een centrale rol in Bachs leven. Waar Bach op muzikaal terrein autoriteit afdwong, erkende hij de autoriteit van anderen of superieuren niet of met moeite. Zijn autoritaire karakter en autoriteitsprobleem uitten zich al op jonge leeftijd.

Een uit de hand gelopen studiereis

In oktober 1705 kreeg Bach vier weken verlof om in Lübeck het orgelspel van de bekende componist Dietrich Buxtehude (1637-1707) te bestuderen. Bach bleef echter vijf maanden weg en werd vervolgens door de kerkraad van Arnstadt (waar hij organist was) op het matje geroepen voor zijn langdurige afwezigheid. Hier zien we voor het eerst de rebelse Bach. Hij wenste zich namelijk niet te verontschuldigen omdat zijn plaatsvervanger het werk naar behoren had gedaan. Wat volgde was een steekspel van oude grieven tussen Bach en de kerkraad. Zo luchtte de raad haar frustraties over het feit dat Bach de samenzang tijdens kerkdiensten zo uitgebreid begeleidde op het orgel. De ongebruikelijke harmonieën, die tegenwoordig nog bewondering en verwondering wekken, leidden in Bachs dagen dikwijls tot gefronste wenkbrauwen.

Truttige fagottist

Zijn opvliegend temperament bracht hem vaker in moeilijkheden, zelfs eenmaal met gevaar voor eigen leven. Toen Bach een bijzonder lastige fagotpartij had geschreven in één van zijn eerste cantates, verprutste de betreffende fagottist deze partij tijdens de repetitie volledig. Bach was woedend en schold hem uit voor ‘Zippefagottist’, wat vrij vertaald kan worden als een ‘verwijfde’ of ‘truttige fagottist’. De fagottist in kwestie voelde zich diep beledigd en na een kroegbezoek eiste hij in zijn dronkenmanschap excuses van Bach. Deze weigerde dit echter, waarop de fagottist Bach een klap met een stok uitdeelde. Uit zelfverdediging trok Bach zijn rapier en het is enkel aan de vrienden van de fagottist te danken dat de beide heren uit elkaar gehouden werden om te voorkomen dat het gevecht verder escaleerde.

Thomaskirche

In 1716 was Bach zijn positie aan het hof van Weimar dusdanig beu dat hij zijn onmiddellijke ontslag eiste. Dit deed hij op zo’n dwingende manier dat zijn superieuren geschoffeerd waren en hem maar liefst een hele maand in arrest hielden. Pas in 1729, het jaar waarin Bach als cantor van de Thomaskirche te Leipzig zijn Matthäuspassion schreef, ontstond weer een groot conflict tussen Bach en de kerkraad. De Thomaskantorei had leerlingen voor het koor aangenomen die door Bach waren afgekeurd. Omgekeerd had de kantorei andere jongens geweigerd die door Bach als zeer geschikte koorzangers werden geacht. Ook verzuimde de kerkraad de toelages voor de studenten die in het koor en orkest meespeelden uit te betalen, met als gevolg dat de muziek bij een belangrijke kerkelijke viering opvallend slecht was. Bach schreef vervolgens een tamelijk tactloze klachtenbrief aan de kerkraad en ondertekende deze simpelweg met ‘Joh. Sb. Bach’. Elke nadere aanduiding als onderdanige of dienstwillige dienaar, zoals naar de toenmalige sociale verhoudingen gebruikelijk was, liet hij achterwege. De kerkraad voelde zich weer eens door Bach geschoffeerd en nam wraak door hem bij de verdeling van erfenissen, die aan de kerk waren toegekomen, over te slaan. Met de komst van een nieuwe rector (voorzitter van de kerkraad) die Bach goed kende, werd de situatie voor enige jaren minder gespannen. Toen deze rector echter in 1734 weer vertrok, ging het gelijk weer mis. Om een betrekkelijke kleinigheid ontstond een jarenlange twist, waarin Bach zich eens te meer tactloos opstelde. Pas door tussenkomst van de vorst werd de zaak geschikt. Hoewel hij op muzikaal gebied nog altijd een autoriteit was, verloor Bach nu voorgoed zijn gezag bij zijn superieuren, met wie hij altijd al een moeizame relatie had gehad.

Geschreven door Wouter Jan Baas