Deze winter geeft studentenkoor Gica voor het eerst in lange tijd een kerstconcert. De concerten vinden plaats op 21 december (Oosterwolde) en 22 december (Groningen). Onze concerten staan in het teken van Duitse kerstmuziek, met werken van onder andere Schütz, Bach en Mendelssohn. Om alvast een beetje in de stemming te komen, publiceren we de komende tijd een serie interessante achtergrondinformatie over de prachtige muziek die wij voor u gaan zingen.
Aflevering 1: Heinrich Schütz
Heinrich Schütz (1585-1672) wordt gezien als de belangrijkste luthers-protestantse componist vóór Johann Sebastian Bach. Zijn invloed op de Duitse muziek is groot geweest, met name door het overbrengen van muzikale ideeën uit Italië naar Duitsland. Zo vindt bijvoorbeeld de Noord-Duitse orgelstijl zijn oorsprong in de werken van Schütz. Deze stijl bereikt een eeuw later zijn hoogtepunt met J.S. Bach. Beide componisten zullen te horen zijn in ons kerstconcert.
Al op jonge leeftijd werd Schütz’ muzikale talent ontdekt. In de herberg van zijn vader logeerde vorst Maurits van Hessen-Kassel, die onder de indruk was van de mooie zangstem van Schütz. Hij nam hem mee naar het hof van Kassel om hem te onderwijzen. Schütz zelf koos nog niet direct voor een muzikale carrière, maar na een uitstapje – de studie rechten – wist Van Hessen-Kassel hem te overtuigen de muziek weer op te pakken. Schütz vertrok naar Venetië om daar in de leer te gaan bij Giovanni Gabrieli, van wie de invloeden terug te horen zijn in de muziek van Schütz. Met name de contrapuntstijl, het verband tussen twee of meer onafhankelijke stemmen, vind je terug.
Geistliche Chor-Music en Deutsches Magnificat
In ons kerstconcert zullen we twee stukken uit Geistliche Chor-Music (1648) zingen. Schütz noemde dit zelf voorbeelden van composities in contrapunt, in navolging van zijn leermeester Giovanni Gabrieli. De contrapuntstijl houdt in dat verschillende stemmen onafhankelijke melodieën hebben. De verschillende stemmen hebben allemaal een belangrijke harmonische rol. Ook deze stijl beleeft zijn absolute hoogtepunt bij J.S. Bach.
Bij het Deutsches Magnificat en eigenlijk bij dit hele project is het leuk te noemen dat de muziek in de volkstaal is geschreven. In de katholieke kerk was dit pas vanaf de jaren ’60 toegestaan. In de Lutherse en andere protestante kerken was dit juist vanaf het begin heel gebruikelijk. De Duitse teksten zijn letterlijke vertalingen van de oorspronkelijke Latijnse teksten. Zo ook hier in het Deutsches Magnificat.