De Franse componist Hector Berlioz (1803-1869) vergeleek de muziek van Händel met een houten vat, gevuld met bier en worst. Hoewel zijn uitspraak niet zwart op wit staat, is alleen al de schijn van verdenking genoeg reden om Berlioz voorgoed van het podium te dirigeren. Bier en worst. Twee lekkernijen waar menigeen zich maar al te graag tegoed aan zou willen doen. Het mag duidelijk zijn dat Berlioz’ commentaar niet bepaald complimenteus bedoeld was. Hoe kwam het toch dat de gevierde Berlioz, bekend om zijn ‘Symphonie fantastique’, ‘Les Troyens’ en ‘Grande Messe des Morts’, tot zo’n botte uitspraak kwam? Om even bij Messiah te blijven: Schiet ons bij het beluisteren van het wiegende ‘He shall feed his flock’ meteen een vette HEMA-rookworst in gedachten? Doet het furieuze ‘Why do the Nations’ ons onmiddellijk zin krijgen in bier? Het lijken me retorische vragen.
Om antwoord te krijgen op de hamvraag, namelijk waar Berlioz zijn stellingname op baseerde, moeten we kijken naar de uitvoeringspraktijk waarin Messiah door de eeuwen heen is uitgevoerd. Dat er uit de periode tussen Händel en het begin van de twintigste eeuw geen geluidsfragmenten beschikbaar zijn, is alleen maar goed voor de lengte van dit stukje. Toch valt er heel wat te zeggen over hoe Messiah geklonken moet hebben. Niet lang na het overlijden van Händel (1685-1759), werden de eerste veranderingen aan het stuk toegebracht. Mozart (1756-1791) was één van de eersten die Messiah bewerkte (in een volgend editie meer over deze versie). Vergelijk ‘The trumpet shall sound’ zoals door Händel bedoeld en de bewerkte versie van Mozart. Onder meer de barokke natuurtrompetten geraakten in het classicistische tijperk uit de mode en Mozart verving ze door de veel populairdere hoorns.
Gedurende de tweede helft van de achttiende en de gehele negentiende eeuw, onderging Messiah verschillende transformaties. Met name in de omvang van koor en orkest geraakte het stuk steeds verder verwijderd van wat Händel zelf gehoord had. Waar Händel zelf enkele tientallen orkest- en koorleden benodigde, gaf men er in de negentiende eeuw de voorkeur aan om Messiah met enorme orkesten en koren ten gehore te brengen, variërend van enkele honderden tot een paar duizend uitvoerenden. Deze uitvoeringspraktijk bleef tot ver in de twintigste eeuw bestaan. ‘Let us break their bonds asunder’ en ‘Hallelujah’, opnamen van het Chrystal Palace Handel Festival in 1926, zijn hiervan fraaie voorbeelden. De dirigent, Sir Henry Wood (1869-1944), had duidelijk heel wat te stellen met de 500 orkestleden en 3000 koorzangers. De absolute kroon spande misschien wel Sir Thomas Beecham (1879-1961), bekend om zijn grootschalige uitvoeringen. Wat heeft dit ‘Hallelujah’ nog gemeenschappelijk met een benadering die meer recht doet aan het origineel?
Het is vermoedelijk om de uitvoeringpraktijk waarop Berlioz zijn uitspraak baseerde. De fijnzinnige klank van bijvoorbeeld een klavecimbel of viola da gamba, de nuance van darmsnaren en de intimiteit van een kleine bezetting ontbraken volledig. Gigantische koren, enorme orkesten, compleet nieuwe orkestraties en ontzettend vertraagde tempi werden als een dikke romantische saus over een barok meesterwerk als Messiah uitgegoten. Händel klonk gedurende de negentiende en de eerste helft van de twintigste eeuw daadwerkelijk alsof 500 worsten en 3000 liter bier in een gigantisch houten vat rondklotsten.
Vanaf de jaren ’60 van de vorige eeuw, een periode van grote maatschappelijke veranderingen en waarin het verzet tegen de gevestigde orde hoofdzaak was, gooiden dirigenten en musici het roer om. Niet langer nam men genoegen met grootschalige romantische uitvoeringen door de gevestigde orkesten. ‘Elke noot van Mozart die het Concertgebouworkest speelt, is van a tot z gelogen!’, riep de toentertijd jonge Nederlandse blokfluitist en dirigent Frans Brüggen (1934-2014) ooit eens. Hij doelde niet specifiek op enkel Mozart maar op alle ‘oude’ muziek, waartoe ook Händel behoort. Zo kwam het dat dirigenten en musici vanaf de onrustige jaren ’60 weer langzamerhand terugkeerden naar de bron en trachtten de muziek weer zo origineel mogelijk te benaderen. Deze versie van ‘Thou shalt break them’ uit 1962 is daar aan vroeg voorbeeld van. Het orkest en koor zijn sterk in omvang gereduceerd, een kenmerkend barokinstrument als het klavecimbel maakte z’n rentree en het tempo ligt veel hoger dan voorheen. Dit streven om, onder meer een Messiah van Händel, zo waarheidsgetrouw te benaderen zet zich tot op heden voort. We noemen een René Jacobs die in 2006 nog zijn versie van Messiah uitbracht op cd. Luister bijvoorbeeld naar ‘Lift Up Your Heads, O Ye Gates’, waarin het originele instrumenten en hooguit enkele tientallen uitvoerenden zijn die de toon zetten.
Wat betreft uitvoeringspraktijk leven wij in een gunstige tijd. Ook Gica zal van de tijdsgeest profiteren en op 25 juni aanstaande, Berlioz’ uitspraak ontkrachten en Händel trots maken.
Over How to Handel the Messiah
How to Händel the Messiah is een serie achtergronden bij de Messiah van de hand van Henric-Jan Blok en Wouter Baas die werd geschreven in de aanloop naar het 10e lustrum in 2016. Lees ook de andere delen uit deze serie:
- How to Händel the Messiah (deel 1: Inleiding & Overture)
- How to Händel the Messiah (deel 2)
- How to Händel the Messiah (deel 3: For unto us a Child is born)
- How to Händel de Messiah (deel 4: Bier en worst)
- How to Händel the Messiah (deel 5: Een overheersend meesterwerk)
- How to Händel de Messiah (deel 6: De man achter de muziek)